Broedt van Roemenië oost tot in Kazakhstan; overwintert in Afrika ten zuiden van Sahara.

Hoewel zijn broedgebieden verder weg liggen dan die van Vorkstaartplevier G pratincola, is de soort vaker vastgesteld. Mogelijk houdt dit verband met het feit dat hij over een langere afstand trekt en in het algemeen verder zuidelijk in Afrika overwintert. De twee november-gevallen zijn opmerkelijk aangezien het wintergebied in tropisch Afrika ligt (cf Cramp & Simmons 1983). Verder valt op dat de soort in 1981-88, 1996-2003 en 2006-09 in vrijwel ieder jaar werd vastgesteld en dat er in 2014 vijf exemplaren werden gezien. In de zomers van 1971, 1972 (beide jaren langs de Knardijk) en 2014 was er sprake van twee of drie die samen optrokken, mogelijk in familieverband.

Zeldzame vogels van Nederland [2001]; ABvdBerg [2016]