Broedt in Noord-Siberië ten oosten van Taimyr, Alaska en Noord-Canada; overwintert langs kusten van noordelijke Stille Oceaan.

Sinds het eerste geval in 1974 werd de soort ieder jaar opgemerkt. Het is moeilijk een goed beeld te krijgen van het werkelijke aantal vastgestelde individuen. Het is waarschijnlijk dat een aantal vogels in opeenvolgende winters terugkeerde en in verschillende gebieden werd opgemerkt. Zo bleek uit foto’s dat de aan een poot gekwetste vogel van Midsland, Terschelling, Friesland, van voorjaar 1995 dezelfde was als het exemplaar dat in 1993 en 1994 op Terschelling werd gezien (DB 19: 99, 1997). Daarentegen zijn er eigenlijk geen goede redenen om alle exemplaren in 1991-96 op Texel, Noord-Holland, als dezelfde te beschouwen zoals thans het geval is. Dit werd bevestigd doordat in maart 1998 liefst acht exemplaren op Texel werden geteld. In de winter van 1991/92 verbleef een gemengd paar Zwarte Rotgans x Rotgans B Bernicla met twee hybride jongen in de omgeving van de Grevelingendam (DB 15: 61-63, 1993). Dit is de enige bekende waarneming van hybriden in Nederland In maart 1998 verbleef een zuiver paar met twee jongen op Texel (DB 21: 98, 1999). Alle Zwarte Rotganzen bevonden zich in groepen uit Noord Siberië afkomstige Rotganzen (cf BB 77: 458-465, 1984). Het maandvoorkomen (oktober-mei) en de geografische verspreiding (Wadden- en Deltagebied) komen dan ook overeen met die van Rotgans. Er is één waarneming elders, op 18 januari 1988 te Urk, Flevoland. Alle gevallen tot 1997 hebben betrekking op adulte. De soort wordt sinds 1 januari 1999 niet langer beoordeeld door de CDNA.

Zeldzame vogels van Nederland [2001]