81, 114-117 · 33, 62-64 · 0
Zwarte Ibis
CDNA beoordeelsoort: nee
laatste jaar beoordeeld door CDNA: 1999
Plegadis falcinellus · Glossy Ibis
Soort broedt in oostelijk Noord- en Midden-Amerika, Zuidoost-Europa, Afrika, Zuid-Azië en Australië.
De gevallen van de soort zijn niet herzien. Alleen oude gevallen met voldoende informatie over datum (maand) en plaats (provincie) worden vermeld. Gevallen van vóór 1932 betreffen vogels die werden gevangen, verzameld of dood gevonden (cf Eykman et al 1941, 1949). Vanaf 1 januari 2000 wordt de soort niet langer door de CDNA beoordeeld.
In tegenstelling tot andere grote moerassoorten, zoals Kroeskoppelikaan Pelecanus crispus (vele eeuwen geleden, VJ 26: 209-217, 1978) en Ralreiger Ardeola ralloides, zijn er geen bewijzen dat deze soort ooit in Nederland heeft gebroed. Het jaarvoorkomen toont dat hij vaak werd waargenomen in 1900-03 (negen individuen), 1907-09 (21), 1932-38 (27), 1963-71 (26), 1979 (vijf) en vanaf 1986 (41 in 1986-94). De soort werd in lange tussenliggende perioden vrijwel niet vastgesteld. Zo is er geen enkel geval voor 1953-57 en 1972-78. In sommige jaren vonden duidelijke influxen plaats, zoals in 1909 (15 individuen), 1932 (17), 1963 (10) en 1994 (31). Grote groepen werden opnieuw gemeld in oktober 1996 (20 op 4 oktober en acht op 23 oktober, niet ingediend bij de CDNA; DB 18: 293- 301, 1996), september 1997 (25, 14 en drie, niet ingediend bij de CDNA; DB 19: 262, 1997; 21: 69, 1999) en oktober 1998 (DB 20: 247, 1998 (foto). Ringterugmeldingen betroffen vogels in 1926 uit Hongarije en in 2009 en 2010 uit Spanje. Zoals gebruikelijk bij minder zeldzame soorten werden er meer exemplaren waargenomen dan aanvaard door de CDNA (zie bijvoorbeeld Leys et al 1993). Dergelijke waarnemingen worden hier niet vermeld vanwege het gebrek aan documentatie. Een voorbeeld is een op 28 december 1982 te Boornbergum, Smallingerland, Friesland, dood gevonden vogel die niet werd ingediend bij de CDNA (contra Vanellus 36: 19, 1983) en evenmin binnengebracht bij FNM (Johannes Fokkema in litt). Ook werden tijdens de influx van 1994 bijna tweemaal zoveel waarnemingen op de Dutch Birding-vogellijn ingesproken als ingediend bij de CDNA (cf DB 18: 106, 293-301, 1996). Sinds 1980 blijken nogal eens op Zwarte Ibis gelijkende ibissoorten, zoals Puna Ibis Plegadis ridgwayi, uit gevangenschap te zijn losgelaten (cf BW 1: 57-58, 1988). Laatstgenoemde kan in vlucht worden onderscheiden door de korte pootprojectie (alleen een deel van de tenen steekt voorbij de staart). Vanwege deze problematiek was aanvaarding door de CDNA niet mogelijk zonder goede documentatie. Het blijkt dat de soort in iedere maand voorkwam. Verreweg de beste periode met 75% van de gevallen is van eind augustus tot begin december. Een andere goede periode valt in mei-juni met 11% van de gevallen. De soort is in iedere provincie vastgesteld. Het valt op dat er weinig gevallen zijn op de Friese waddeneilanden. De meeste zijn gezien in gebieden met natte weilanden in Noord- en Zuid-Holland.
Zeldzame vogels van Nederland [2001]; ABvdBerg [2012]
één geval | aantal gevallen geclusterd, zoom in voor individuele gevallen | ||
vervolglocatie van een geval | geval binnen deze gemeente, hetzij geval niet nauwkeuriger bekend, of kwetsbare plaats |
De Zwarte Ibis Plegadis falcinellus: over het voorkomen in Gelderland, Avifauna van Gelderland [avifaunavangelderland.blogspot.nl]
waarneming.nl
waarneming.nl
waarneming.nl
waarneming.nl
waarneming.nl
waarneming.nl
waarneming.nl
waarneming.nl
waarneming.nl
waarneming.nl
waarneming.nl
waarneming.nl
waarneming.nl
waarneming.nl
waarneming.nl
waarneming.nl
DB 18:293-301 artikelen - Influx van Zwarte Ibis in Nederland en West-Europa in najaar 1994
waarneming.nl