Broedt en overwintert van Zuid-Canada en VS zuid tot Zuid-Mexico.

Het verspreidingsgebied breidt zich geleidelijk noordwaarts uit langs de oostkust van de VS en in zuidelijk Canada. De soort staat bekend als standvogel maar in het noorden van het broedgebied trekt hij weg (er zijn ringterugmeldingen tot een afstand van 800 km). De soort is als dwaalgast vastgesteld op Bermuda, in Honduras en op de Aleoeten en Pribilofeilanden (St Paul), Alaska. Het eerste geval voor de noordelijke Beringzee betrof een exemplaar op Gambell, Alaska, op 13 september 2014, op c 3000 km van het dichtstbij gelegen broedgebied.

Vier door de Britse dwaalgastencommissie aanvaarde gevallen zijn in 1994 herzien waarna twee van Engeland op de A-lijst werden geplaatst (30 augustus 1982 in Cornwall en 17-23 mei 1988 in Essex) terwijl een derde van Wales vanwege de voor een dwaalgast te vroeg geachte datum (24 juli-11 augustus 1978 in Glamorgan) op de D-lijst kwam. Verder was er nog een exemplaar van november 2004 tot in januari 2006 op Gran Canaria, Canarische Eilanden, waarvan wordt verondersteld dat het met een schip was gearriveerd.

Zeldzame vogels van Nederland [2001]; ABvdB 2018