31, 33 · 57, 66 · 0
Koereiger
CDNA beoordeelsoort: nee
laatste jaar beoordeeld door CDNA: 1996
Bubulcus ibis · Cattle Egret
De soort heeft zich vanuit Afrika en Zuidwest-Spanje geleidelijk over Zuidwest-Europa verspreid en is sinds 1968 broedvogel in Zuid-Frankrijk. Heeft in begin van 20e eeuw ook Zuid- en Noord-Amerika vanuit Afrika gekoloniseerd.
De gevallen van de soort zijn niet herzien. Voor gevallen in 1973-79 zij verwezen naar LM 48: 101, 1975; 50: 37-38, 1977; 51: 139, 1978; 52: 221, 1979; 53: 28, 1980; 54: 20, 1981. Enkele waarnemingen zijn niet ingediend of aanvaard omdat de betreffende vogels kenmerken van gevangenschap vertoonden. Een bekend voorbeeld is de vogel die op 21 oktober-29 november 1961 in Gelderland te Harderwijk en Ermelo verbleef (LM 35: 151-154, 1962 (foto’s); 36: 11, 1963). De soort werd tot 1996 in iedere provincie vastgesteld maar slechts éénmaal op een waddeneiland (Texel). Ook is hij in iedere maand gezien, met de meeste gevallen in mei-november. Na de eerste drie gevallen in de jaren 1960 werd de soort frequent waargenomen, sinds 1973 zelfs in vrijwel ieder jaar, met een gemiddelde van drie tot vier. In april-mei 1998 vond een influx van ten minste 20 exemplaren plaats waaronder in de eerste week van mei zes in de Oostvaardersplassen, Lelystad, Flevoland, en zes te Brederwiede, Overijssel. De eerste broedgevallen vonden plaats in 1998 te Brederwiede en te Quackjeswater, Westvoorne, Zuid-Holland (cf DB 20:136, 1998; 21: 260-263, 1999 (foto's)). De beide eerste broedgevallen voor België vonden plaats in 1997 in het Zwin, Knokke, West-Vlaanderen. In 2009 was er een broedgeval in Zeeland (paar met drie vliegvlugge jongen te Ellewoutsdijk). Vanaf 1 januari 1997 wordt de soort niet meer door de CDNA beoordeeld.
Zeldzame vogels van Nederland [2001]; ABvdBerg [2012]
één geval | aantal gevallen geclusterd, zoom in voor individuele gevallen | ||
vervolglocatie van een geval | geval binnen deze gemeente, hetzij geval niet nauwkeuriger bekend, of kwetsbare plaats |