Broedt van plaatselijk langs de Perzische Golf, Iran en Kazakhstan oost tot in Mongolië en noordelijk Pakistan; overwintert in het Indische subcontinent.

Tot c 1993-98 werd Sykes' Spotvogel als ondersoort beschouwd van Kleine Spotvogel Iduna caligata en de uiteindelijke determinatie van het eerste geval vond dan ook pas in 2004 plaats. De beide soorten verschillen aanzienlijk in biologie en geluid maar de verschillen in biometrie (Sykes' heeft langere snavel) en kleur en tekening (Sykes' heeft egaler koppatroon en weinig getekende tertials) zijn subtiel. Tot recentelijk werden ze tot Hippolais gerekend en daarna tot Acrocephalus voordat ze samen met onder meer vale spotvogels bij Iduna werden ondergebracht. Tot 2006 werden in NW-Europa zes gevallen in Schotland (de eerste in 1959), drie in Engeland, twee in Noorwegen, twee in Zweden en enkele in Duitsland, Finland, Ierland en IJsland aanvaard; Sykes' is daarmee c 15 keer zeldzamer dan Kleine Spotvogel. De meeste gevallen dateren van eind augustus tot de tweede helft van oktober.

ABvdBerg [2014]