Broedt in mei-juli van zuidelijk Siberië, Rusland, en noordelijk Mongolië tot noord-oostelijk China; overwintert in Australië en Nieuw-Guinea. Op doortrek in Zuidoost-Azië wordt de soort uiterst zelden waargenomen.

Ten westen van Siberië zijn er (slechts) vier eerdere gevallen: in Groenland (23 mei 1948), Finland (25 mei 2003), Noorwegen (van 29 juni tot 1 juli 2017) en Zweden (van 31 mei tot 1 juni 2020). De eerste voor Kazakhstan werd op 9 mei 2009 vastgesteld.