38 · 62 · 19

Roodkopklauwier

CDNA beoordeelsoort: nee
laatste jaar beoordeeld door CDNA: 2003

Lanius senator  ·  Woodchat Shrike

Ondersoort:
Balearische Roodkopklauwier  ·  L s badius  ·  Balearic Woodchat Shrike

Broedt in Midden- en Zuidoost-Europa van Italië en Sicilië zuidoostelijk tot in West-Turkije; overwintert in tropisch Afrika.

Voormalige onregelmatige broedvogel, niet na 1956.

De gevallen van vóór 1980 zijn niet herzien (cf van IJzendoorn et al 1996). Alleen de gevallen van na 1956 worden hier genoemd. Het is niet uitgesloten dat een aantal betrekking had op Balearische Roodkopklauwier L s badius.

Tot 1956 was de soort een zeldzame en onregelmatige broedvogel. In Limburg broedde hij in ten minste 15 jaren gedurende 1900-56 (Ganzevles et al 1985). De noordelijkste broedgevallen na 1900 betroffen waarschijnlijk die op 9 juni 1929 te Nijemirdum, Gaasterlân-Sleat, Friesland (Eykman et al 1936) en in 1952 te Korverskooi, Texel, Noord-Holland (succesvol; LM 29: 43, 1956).

De meeste broedgevallen in de 20e eeuw vonden plaats in Midden- en Zuid-Limburg. Zo broedde de soort in Midden-Limburg ter weerszijden van de (huidige) Maasplassen in de gemeenten Leudal, Maasgouw en Roermond (1907-13), Maasgouw (1931-33; zes paren in 1931) en Roerdalen (1948) (Org Club Ned Vogelkd 4: 71, 1931, Ardea 21: 50, 1932, Hens 1965).

De eerste broedgevallen sinds vele jaren voor Zuid-Limburg waren in 1929 te Elsloo, Stein, en in 1931 (succesvol) te Houthem, Valkenburg aan de Geul. Na een melding van een nest in 1937 te Limmel, Maastricht (Natuurhist Maandbl Limbg 16: 77, 1937), werden vanaf 1945 14 broedgevallen gepubliceerd voor het gebied rond Maastricht en Eijsden. Hiertoe behoorden ten minste één nest in 1945, twee in 1946, drie in 1947 en vier in 1948 in een klein gebied (Haarderkoebos) te Borgharen, Maastricht; ook in volgende jaren werden hier exemplaren gezien (Natuurhist Maandbl Limbg 35: 46-47, 1946; 38: 7-8, 1949; 39: 53, 1950, LM 22: 378, 1949, Hens 1965). In 1949 en 1953 (Gronsveld) werd gebroed tussen Maastricht en Eijsden (LM 26: 103, 1953; 52: 226, 1979, Hens 1965). In 1954-56 broedde het laatste paar van Zuid-Limburg (en Nederland) in Oost-Eijsden, Eijsden (LM 29: 43, 1956, Natuurhist Maandbl Limbg 49: 145-148, 1960, Ganzevles et al 1985).

Na het laatste broedgeval in 1956 zouden alle Nederlandse gevallen solitaire exemplaren betreffen. De meeste dateerden van het voorjaar, de meerderheid van mei-juni, met 1 april als vroegste datum. De soort was veel zeldzamer in het najaar, met minder dan 25% van alle gevallen tussen 2 augustus en 5 oktober waaronder (slechts) zeven genoteerd als juveniele. Een geval van 19 november 1975 was extreem laat. Het merendeel kwam van de Noordzeekust van Holland, de Waddeneilanden en, in mindere mate, de beide zuid-oostelijke provincies. Dit beeld was in voor- en najaar ongeveer hetzelfde hoewel naar verhouding het aantal najaarsgevallen hoog was voor Limburg.

In België was de soort aan het eind van de 19e eeuw een regelmatige broedvogel in Oost-Vlaanderen; zo werden in 1893 12 legsels verzameld te Beveren (KBIN). Laatste broedgevallen per provincie waren in 1925 in Liège, 1929 in Antwerpen, c 1940 in Oost-Vlaanderen, 1947 in Brabant, 1954 in Hainaut en 1959 in Limburg. In 1967-97 vonden nog ten minste 18 broedgevallen plaats in de Gaume-streek, Luxembourg; er zijn geen broedgevallen voor West-Vlaanderen en geen in de 20e eeuw voor Namur (cf Devillers et al 1988, DB 19: 205, 1997, Gunter De Smet in litt).

De nominaat wordt sinds 1 januari 2004 niet langer door de CDNA beoordeeld.

Zeldzame vogels van Nederland [2001]

Roodkopklauwier Roef Mulder, De Marne (GR), 25 mei 1997
jaren | maanden | decades | verblijfsduur

datum prov, gemeente
1. 10 mei 1957 FL Lelystad
2. 23 mei 1960 ZH Wassenaar
3. 4 juni 1961 NH Castricum
4. 28 juni 1961 UT De Bilt
5. 12 augustus 1961 NB Geldrop-Mierlo
6. 5 mei 1962 LI Leudal
7. 18 mei 1962 NB Bladel
8. 19 t/m 20 mei 1962 NH Texel
9. 14 juli 1962 LI Venlo
10. 20 mei 1963 NH Texel
11. 11 juni 1963 FR Vlieland
12. 16 mei 1964 FL Lelystad
13. 16 juni 1965 NH Texel
14. 15 augustus 1965 FR Vlieland
15. 8 mei 1966 DR Assen
16. 12 mei 1966 NB Asten
17. 29 mei 1966 NH Texel
18. 2 augustus 1966 FR Terschelling
19. 2 t/m 3 september 1966 ZH 's-Gravenhage
20. 1 april 1967 GE Buren
21. 13 mei 1967 NH Bergen (NH)
22. 17 mei 1967 GE Ermelo
23. 7 augustus 1967 LI Maastricht
24. 16 mei 1969 NH Zandvoort
16 mei 1969 NH Bloemendaal
25. 28 mei 1969 NH Heemskerk
26. 23 september 1969 GE Bronckhorst
27. 13 augustus 1971 NB Waalre
28. 16 juni 1972 ZH Pijnacker-Nootdorp
16 mei 1973 LI Heerlen
29. 30 augustus 1973 LI Eijsden-Margraten
30. 18 mei 1974 FR Schiermonnikoog
14 september 1974 LI Voerendaal
31. 15 september 1974 NH Texel
32. 18 september 1974 ZH Katwijk
33. 9 juni 1975 FL Dronten
9 juni 1975 FL Lelystad
34. 19 november 1975 NH Zaanstad
35. 11 mei 1976 FR Noardeast-Fryslân
20 mei 1976 NH Amsterdam
36. 5 t/m 6 mei 1977 NH Bergen (NH)
37. 9 t/m 12 september 1978 LI Heerlen
25 november 1978 LI Eijsden
38. 8 t/m 15 augustus 1979 LI Sittard-Geleen
14 t/m 15 augustus 1979 FR Terschelling
28 april 1980 NL onbekend
39. 15 mei 1980 NH Bergen (NH)
40. 15 t/m 17 mei 1980 FR Ameland
41. 9 augustus 1980 LI Sittard-Geleen
42. 11 t/m 15 september 1980 LI Sittard-Geleen
43. 10 mei 1981 FR Ameland
20 mei 1981 NL onbekend
44. 14 juni 1981 NH Heemstede
45. 22 juni 1981 FR Schiermonnikoog
9 mei 1982 NL onbekend
14 mei 1982 NH Laren
46. 1 t/m 2 september 1982 LI Sittard-Geleen
47. 22 t/m 25 mei 1983 NH Den Helder
48. 31 mei 1983 ZH Rotterdam
5 juni 1983
L s badius
FL Lelystad
49. 5 juni 1983 FL Lelystad
15 juli 1983 NL onbekend
50. 24 september 1983 ZH Rotterdam
51. 5 t/m 12 juni 1984 NH Texel
52. 10 juni 1984 OV Twenterand
53. 4 oktober 1984 ZL Veere
54. 4 mei 1986 NB Zundert
55. 23 mei 1986 FL Lelystad
56. 19 t/m 22 juni 1986 NH Bloemendaal
57. 1 juli 1987 NH Texel
58. 18 april 1988 ZH Katwijk
59. 5 mei 1988 ZL Schouwen-Duiveland
60. 17 mei 1988 ZH Katwijk
61. 10 mei 1989 ZH Molenlanden
62. 14 juni 1989 GE Ede
63. 15 juni 1989 NH Texel
64. 17 t/m 18 juni 1989 FR Vlieland
65. 13 t/m 17 juni 1990 NB 's-Hertogenbosch
66. 3 t/m 5 oktober 1990 NH Texel
67. 2 juni 1991 OV Haaksbergen
68. 6 juni 1991 GR Het Hogeland
69. 8 juli 1991 GR Het Hogeland
70. 10 t/m 11 mei 1992 ZH Rotterdam
71. 1 mei 1993 FR Vlieland
9 mei 1993 GE Zaltbommel
72. 20 mei 1993 DR Tynaarlo
73. 5 juni 1993 ZH Wassenaar
74. 6 juni 1993
L s badius
ZH Teylingen
75. 9 juni 1993 NH Zandvoort
76. 4 t/m 5 september 1993 FR Schiermonnikoog
77. 8 t/m 9 mei 1994 NB Bladel
78. 10 t/m 20 mei 1995 NH Den Helder
79. 27 mei 1995 ZH Katwijk
80. 26 mei 1996 FL Almere
81. 27 mei 1996 GR Het Hogeland
82. 30 mei 1996 NH Texel
83. 1 juni 1996 GE Nijmegen
84. 11 juni 1996 FR Terschelling
85. 11 mei 1997 OV Enschede
86. 15 mei 1997 ZL Sluis
87. 18 mei 1997 NH Dordrecht
88. 25 mei 1997 GR Het Hogeland
89. 7 juni 1997 NH Bergen (NH)
90. 14 t/m 29 juni 1997 NH Bloemendaal
91. 26 t/m 27 juli 1997 ZH Katwijk
92. 8 mei 1998 FR Schiermonnikoog
93. 9 mei 1998 NH Bergen (NH)
94. 11 mei 1998 ZH Noordwijk
95. 22 t/m 25 mei 1998 GE Berg en Dal
96. 8 juni 1998 NB Land van Cuijk
97. 13 juni 1998 FR Schiermonnikoog
98. 3 mei 1999 ZL Terneuzen
99. 8 mei 1999 NH Velsen
100. 26 mei 1999 GR Het Hogeland
101. 14 mei 2000 ZH Rotterdam
102. 24 t/m 25 mei 2000 NH Texel
103. 25 mei 2000 NH Oostzaan
104. 30 mei 2000 NB Maashorst
105. 3 t/m 4 juni 2000 NH Den Helder
106. 23 t/m 26 juni 2000 UT Utrechtse Heuvelrug
107. 20 augustus 2000 NH Castricum
108. 3 t/m 24 oktober 2000 NH Texel
109. 31 mei t/m 5 juni 2001 ZL Tholen
110. 23 september 2001 ZL Veere
111. 16 mei 2002 ZH Katwijk
112. 25 mei 2002 FR Tytsjerksteradiel
113. 29 t/m 31 mei 2002 NH Bloemendaal
114. 25 juni t/m 15 juli 2002 ZH Katwijk
115. 30 april t/m 7 mei 2003 NH Texel
116. 10 t/m 11 mei 2003 DR Emmen
117. 11 t/m 13 mei 2003 NH Texel
118. 6 t/m 7 juli 2003 NH Zandvoort
119. 14 juni 2019
L s badius
FL Lelystad
één geval aantal gevallen geclusterd, zoom in voor individuele gevallen
vervolglocatie van een geval geval binnen deze gemeente, hetzij geval niet nauwkeuriger bekend, of kwetsbare plaats