Broedt in Noord-Siberië; overwintert in Zuidoost-Azië en Australië.

De vogel van 1987 was toen nog maar het zevende geval voor Europa en de eerste in het voorjaar (de andere waren in juli-augustus). Sinds 1987 nam het aantal gevallen in West-Europa aanzienlijk toe, met tot 2014 onder meer ten minste zes in Brittannië, drie in Denemarken, vier in Finland, drie in Frankrijk, vier in Ierland, twee in Italië, vier in Noorwegen, één in Spanje en 12 in Zweden. In Nederland waren alle zes gevallen tot 2015 adulte tussen 29 mei en 25 juli. Ongetwijfeld zijn juveniele niet zo zeldzaam als wordt gesuggereerd door het enige geval in Europa tot en met 2015, een dode juveniele op Fair Isle, Shetland, Schotland, op 31 augustus 1994. Ze zijn echter wel moeilijk te onderscheiden van Kleine Strandloper C minuta. Het feit dat er op 23 september, 13 oktober en 13 november 2016 voor het eerst juveniele exemplaren in het veld werden gedetermineerd in, respectievelijk, Noorwegen, IJsland en Zweden, doet vermoeden dat spoedig steeds meer waarnemers met behulp van digitale fotografie dit herkenningsprobleem onder de knie krijgen.

Zeldzame vogels van Nederland [2001]; ABvdBerg [2016]