Broedt langs de noordelijke arctische kusten van Europa, Noord-Amerika en Azië, behalve IJsland en Scandinavië waar mogelijk sporadisch wordt gebroed. In de winter verder zuidelijk tot Noordwest- en Noordoost-Amerika, de eilanden ten noorden van het Verenigd Koninkrijk, IJsland tot het Kamtsjatka-schiereiland, Noordoost-Rusland.

In twee gevallen kwam het voor dat hetzelfde exemplaar binnen korte tijd verschillende keren op grote afstand van elkaar gelegen plaatsen werd herontdekt. De eerste keer gebeurde dat in de winter van 1981/82 toen een onvolwassen man van december tot in maart de gehele Nederlandse Noordzeekust afzakte, van Texel, Noord-Holland, via IJmuiden, Noord-Holland (met een uitstapje in Katwijk, Zuid-Holland) naar Westkapelle, Zeeland, een afstand van c 210 km. De tweede keer was in 1989-91 toen lange tijd werd aangenomen dat een ander mannetje steeds weer opnieuw ontdekt werd in de Friese Waddenzee. Deze gedachte werd echter minder vanzelfsprekend toen op 24 januari 1991 in Harlingen een derdejaars mannetje naast het al lang aanwezige adulte mannetje zwom. De situatie werd nog ingewikkelder toen beide vogels door streng winterweer uit Harlingen waren verdwenen en het adulte mannetje acht dagen later opdook te Hoek van Holland, Rotterdam, Zuid-Holland (c 160 km naar het zuid-westen). Door vergelijkingen van foto’s kon worden aangetoond dat laatstgenoemde dezelfde vogel betrof. Het blijft echter onzeker of er in 1989-91 misschien meer dan twee vogels op en rond de Waddenzee hebben vertoefd. Een derde geval van een langdurig aanwezig exemplaar betrof een adult vrouwtje dat van eind maart 1993 tot en met eind mei 1995 verbleef bij De Cocksdorp, Texel, met lange onderbrekingen in de zomer. In totaal zijn er tot en met 2011 drie vrouwtjes vastgesteld.

ABvdBerg [2012]