13, 14 · 31, 77-80 · 0

Flamingo

CDNA beoordeelsoort: nee
laatste jaar beoordeeld door CDNA: 1992

Phoenicopterus roseus  ·  Greater Flamingo

Broedt in Zuid-Europa, West-Azië en Afrika. Dichtstbijzijnde grote broedkolonies in Zuid-Frankrijk, Catalonië en Sardinië.

De gevallen van de soort zijn niet herzien. Gevallen in 1800-1984 worden alleen vermeld als het geschoten en verzamelde individuen betreft (cf Eykman et al 1941, 1949) of als expliciet het (juiste) taxon wordt genoemd in CDNA-jaarverslagen. De soort wordt vanaf 1 januari 1993 niet meer door de CDNA beoordeeld (DB 14: 198, 1992; LM 66: 153, 160, 1993; 67: 164, 1994).

Het voorkomen c 4000 jaar geleden is aangetoond dankzij vondsten van botten (Archaeofauna 2: 67-74, 1993). Dit zou erop kunnen wijzen dat deze soort ooit in het Noordzeegebied broedde. Er was geen melding in de 19e eeuw en de in 1906 verzamelde vogel betreft het eerste geval. Sinds 1949 werd een aantal hier niet vermelde waarnemingen gepubliceerd die onvoldoende waren gedocumenteerd en andere soorten flamingo’s niet uitsloten (Kist et al 1970, DB 9: 1-7, 1982; 14: 198, 1992). Bijgevolg bleek in 1940-77 slechts vijfmaal met zekerheid de in Zuid-Europa broedende soort te zijn vastgesteld. Sinds 1978 waren groepen van meer dan 30 ongedetermineerde flamingo’s aanwezig, vooral in oktober-mei. De meeste meldingen in najaar en winter kwamen uit het zuidwesten (Deltagebied) en in voorjaar uit het Lauwersmeergebied (DB 9: 1-7, 1982). Het merendeel betrof uit gevangenschap afkomstige Chileense Flamingo P chilensis. Er bleken echter ook enkele Flamingo’s aanwezig (cf Beekma et al 1986) en deze werden sinds 1984 zelfs ieder jaar opgemerkt vaak in gemengde groepen met Chileense en soms enkele Caribische Flamingo's P ruber.

Sinds 1982 heeft een jaarlijks groeiend aantal Chileense Flamingo’s gebroed in het natuurreservaat van Zwillbrocker Venn, Nordrhein-Westfalen, Duitsland, op minder dan 700 m van de Nederlandse grens te Zwilbroek, Eibergen, Gelderland (DB 13: 17, 1991; 15: 230, 1993; 17: 29, 1995, VJ 42: 208 217, 1994; 44: 199-201, 1996). In ieder geval in 1993-95 en in 1999 (één jong), mogelijk in andere jaren, broedden ook Flamingo's met succes in deze kolonie. In 1991-99 brachten 37-40 flamingo's ten minste een deel van de zomer in dit reservaat door en tellingen in januari 1994-96 in Nederland resulteerden in 47-55 exemplaren (Flamingo-nieuwsbrief nr 2, 1997). Ten minste tweederde daarvan betrof Chileense Flamingo's. In het algemeen wordt verondersteld dat de voorouders van al deze vogels uit gevangenschap afkomstig zijn maar er bestaat ook de mogelijkheid dat dwaalgasten uit Zuid-Europa of Zuidoost-Europa zich bij hen hebben aangesloten. Het feit dat de soort jaren achtereen in het gehele jaar aanwezig bleef leidde bij de CDNA tot de beslissing om vanaf 1 januari 1993 geen gevallen meer te beoordelen. Vanaf 1993 is de situatie vooralsnog hetzelfde gebleven zoals wordt aangetoond door foto’s van gemengde groepen op 28 januari 1996 in de Grevelingen, Zuid-Holland (VJ 44: 199, 1996) en op 28 mei 1996 op de Hellegatsplaten, Zuid-Holland (DB 18: 146, 1996). In sommige gevallen heeft de CDNA een poging ondernomen te beoordelen welke teruggekeerde individuen al voor eerdere jaren waren aanvaard. Het blijft echter moeilijk om een goed beeld te krijgen van het werkelijke aantal dat jaarlijks Nederland bezoekt. De meeste gevallen zijn van bekende flamingogebieden als de Lauwersmeer (Friesland/Groningen), de Friese IJsselmeerkust, de Oostvaardersplassen (Flevoland) en, in het zuidwesten, Grevelingen en Krammer-Volkerak (Zeeland/ Zuid-Holland). Hier worden ook in jaren dat er geen Flamingo's in Zwillbrocker Venn hebben gebroed, soms eerste-winters samen met (ongeringde) adulte waargenomen. Het geografische patroon van aanvaarde gevallen laat zien dat de vogels ‘s winters vaker dan ‘s zomers in het westen en zuid-westen van Nederland voorkomen. Ten oosten van 5°15’O, waar de provincies Groningen, Friesland en Flevoland liggen, komt meer dan 80% van de gevallen uit de zomerperiode april-augustus. Daarentegen is ten westen van deze lijn, voornamelijk in de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Zeeland, tweederde van de gevallen uit de winterperiode september-maart. 

Zeldzame vogels van Nederland [2001]

Flamingo Arnoud B van den Berg, Westvoorne (ZH), 21 januari 1985
jaren | maanden | decades | verblijfsduur

datum prov, gemeente
1. december 1906 FR Súdwest-Fryslân
2. 15 november 1908 FR Súdwest-Fryslân
3. 12 januari 1929 NH Hollands Kroon
4. 5 augustus 1929 NH Gooise Meren
5. 24 december 1931 NB Drimmelen
24 december 1931 ZH Dordrecht
6. 20 t/m 21 december 1940 NH Schagen
7. 13 t/m 31 juli 1952 ZH Voorne aan Zee
8. 28 t/m 29 december 1961 NH Texel
9. 11 juni 1972 GR Het Hogeland
10. 19 december 1972 ZL Terneuzen
13 januari t/m 4 november 1975 ZL Goes (gemeente)
16 augustus 1975 GR De Marne
28 december 1975 NH Texel
6 oktober 1977 FL Lelystad
11. 5 augustus t/m 16 september 1978 FR De Fryske Marren
12. 23 juli t/m 13 augustus 1979 FR De Fryske Marren
13. 7 t/m 18 augustus 1979 FR De Fryske Marren
21 juli 1980 GR Westerwolde
14. 12 t/m 26 juni 1982 FR De Fryske Marren
15. 27 juni t/m 3 juli 1982 FR De Fryske Marren
16. 14 januari 1984 FR De Fryske Marren
17. 19 juni t/m 9 augustus 1984 FR De Fryske Marren
6 oktober 1984 ZL Noord-Beveland
18. 21 januari t/m 16 maart 1985 ZH Voorne aan Zee
26 februari 1986 ZH Voorne aan Zee
15 augustus 1985 NL onbekend
19. 4 maart 1986 ZH Goeree-Overflakkee
20. 20 augustus t/m 24 september 1986 FR De Fryske Marren
21. 11 t/m 16 augustus 1987 GR Het Hogeland
24 augustus 1987 NL onbekend
22. 29 augustus t/m 23 september 1987 FR De Fryske Marren
23. 29 november t/m 3 december 1987 ZL Schouwen-Duiveland
26 t/m 27 december 1987 ZL Schouwen-Duiveland
29 december 1987 ZL Schouwen-Duiveland
18 februari 1988 ZL Schouwen-Duiveland
24. 11 april 1988 GR Het Hogeland
17 t/m 19 april 1988 GR Lauwersmeer
25. 27 juli t/m 6 november 1988 FR De Fryske Marren
22 april 1989 NH Texel
26. 5 t/m 13 mei 1989 ZL Schouwen-Duiveland
10 t/m 13 juni 1989 DR Beilen
27. 24 juni t/m 25 november 1989 FL Lelystad
26 juni 1989 FL Lelystad
28. 16 juli t/m 10 augustus 1989 FR De Fryske Marren
29. 10 t/m 23 september 1989 FR Súdwest-Fryslân
30. 23 september t/m 3 november 1989 GR Het Hogeland
31. 1 mei 1990 FL Lelystad
32. 7 juni 1990 GR Het Hogeland
33. 16 juni t/m 2 augustus 1990 FR De Fryske Marren
15 januari 1991 ZL Schouwen-Duiveland
34. 10 februari 1991 ZL Vlissingen
35. 13 april 1991 FL Lelystad
28 mei 1991 ZL Oesterdam
36. 7 t/m 10 juni 1991 GR Het Hogeland
37. 27 augustus t/m 3 september 1991 ZL Schouwen-Duiveland
17 november 1991 ZL Schouwen-Duiveland
38. 30 augustus 1991 FL Lelystad
39. 16 september 1991 t/m 11 januari 1992 ZL Schouwen-Duiveland
40. 12 april 1992 UT Rhenen
41. 5 mei 1992 GR Het Hogeland
42. 22 juli 1992 ZL Schouwen-Duiveland
43. 1 t/m 11 augustus 1992 GR Het Hogeland
44. 22 augustus 1992 ZL Schouwen-Duiveland
één geval aantal gevallen geclusterd, zoom in voor individuele gevallen
vervolglocatie van een geval geval binnen deze gemeente, hetzij geval niet nauwkeuriger bekend, of kwetsbare plaats