Broedt in Noord-Amerika; overwintert in zuidelijk Zuid-Amerika. 

De Maasvlakte-vogel was een 'vliegerig' en vaak roepend exemplaar dat gedurende zijn vijf uur durende verblijf door meer dan 100 vogelaars werd gezien. De meeste gevallen van West-Europa zijn van Brittannië met ten minste 37 in 1950-2015, waarvan 40% in Scilly (op twee na alle in oktober). De soort werd behalve op de Azoren en in Ierland en IJsland in de afgelopen 100 jaar ook in opmerkelijk veel landen op het vasteland van Afrika en Europa vastgesteld, zoals van zuidwest naar oost in de WP in Mauritanië (1986 en 2015), Westelijke Sahara, Marokko (2013), Canarische Eilanden (eerste in september 2002), Portugal (drie), Spanje (drie, inclusief een exemplaar in Catalonië in oktober 2001), Frankrijk (acht tot en met 2005, waarvan vier op Ouessant), Denemarken (in november 1920 en (eerste-winter) november 2015), Noorwegen (eerste in oktober 1994), Zweden (eerste een juveniele in november 2001), Finland (eerste een eerste-winter in november 2016), Hongarije (eerste een juveniele in november 2007) en Kreta, Griekenland (eerste in november 2004); er zijn geen gevallen in de 20e en 21e eeuw voor Duitsland. De populatie in Noord-Amerika werd een decennium geleden op 350 000 exemplaren geschat.

Zeldzame vogels van Nederland [2001]; ABvdBerg [2016]