Horusgierzwaluw (september 2019) aanvaard
De CDNA heeft na lang beraad de Horusgierzwaluw Apus horus op 26 en 27 september 2019 op Schiermonnikoog, Friesland, aanvaard als nieuwe soort voor Nederland. De ontdekker, Justin Jansen, heeft samen met gierzwaluwexpert Gerald Driessens uitgebreid onderzoek gedaan naar de kenmerken van Horusgierzwaluw en gelijkende soorten en hybriden. Dit heeft geresulteerd in een uitgebreid artikel (Dutch Birding 45: 73-116, 2023), alsmede in een aanvullende publicatie over witstuitige hybride-gierzwaluwen (Dutch Birding 45: 244-250, 2023). Aangezien Horusgierzwaluw tot dit geval nooit met zekerheid waargenomen was ten noorden van de Sahara, de kenmerken lang onbekend waren, en bepaalde kenmerken in het veld zeer subjectief kunnen zijn (zoals vleugelvorm en grootte), was dit voor de CDNA een zeer lastig en uitdagend geval. De CDNA heeft daarom extra externe deskundigen om raad gevraagd die ervaring hebben met de soort, met gelijkende soorten, en met het beoordelen van soorten in een dwaalgastencontext. Zij ondersteunden in sterke mate de determinatie als Horusgierzwaluw. Na zorgvuldige weging van alle aangedragen informatie heeft de CDNA na ruim anderhalf jaar besloten dat andere soorten gierzwaluwen en bekende witstuitige hybride-gierzwaluwen zijn uit te sluiten. Er waren daarnaast geen redenen om een wilde status van de vogel in twijfel te trekken. Het betreft dit op dit moment het eerste geval voor het West-Palearctische gebied, al wordt een waarneming van een kandidaat-Horusgierzwaluw op 25 december 2002 in Ierland naar aanleiding van het Nederlandse geval opnieuw bekeken.
Kleine Torenvalk (september 2022) aanvaard
Een achteraf op foto’s gedetermineerde Kleine Torenvalk Falco naumanni op 10 september 2022 in het Bentwoud te Waddinxveen en Alphen aan den Rijn, Zuid-Holland, is eveneens door de CDNA aanvaard. Dit betreft het tweede geval voor Nederland, en de eerste veldwaarneming. De vogel is door twee waarnemers -waarvan de tweede een CDNA-lid- onafhankelijk van elkaar gefotografeerd als opvallende vogel. De eerste waarnemer meende dat de vogel een gezochte Roodpootvalk F vespertinus betrof, waarna hij op grond van gemaakte foto’s door andere vogelaars werd afgedaan als Torenvalk. De tweede waarnemer sloeg tijdens het kijken naar genoemde (en door hem ontdekte) Roodpootvalk aan op de voorbijvliegende vogel, maar kwam op basis van een -naar later bleek- te voorzichtige afweging van kenmerken op de foto’s eveneens tot de onjuiste conclusie dat het een Torenvalk betrof. Oplettende vogelaars brachten de vogel onder de aandacht van de CDNA, waarvoor dank. Het betreft een eerstejaars torenvalk, waarbij geldt dat de kenmerken die verschillen tussen Kleine Torenvalk en Torenvalk F tinnunculus subtiel en variabel kunnen zijn. In dit geval toont de vleugelformule het diagnostische patroon van Kleine Torenvalk. De lichaamsbouw, de tekening op onder- en bovenvleugel en met name het koppatroon zijn daarnaast sterke aanwijzingen voor Kleine Torenvalk. De nagelkleur is lastig met zekerheid vast te stellen op de foto’s en speelde daarom een beperkte rol bij de determinatie (de nagelkleur bij Kleine Torenvalk is meestal wit tot crèmekleurig maar kan variëren tot grijs). Ook bij dit geval is de hulp van externe experts ingeroepen om de determinatie te bekrachtigen. Hoewel het gezien de waarnemingen in omringende landen te verwachten is dat deze soort in de nabije toekomst vaker in Nederland gezien gaat worden, is het uiteraard jammer dat niet meer vogelaars van deze vogel hebben kunnen genieten. Saillant detail is dat de zoekactie naar de Eleonora’s Valk F eleonorae (eveneens aanvaard), die twee dagen eerder in hetzelfde gebied werd gefotografeerd, indirect heeft geleid tot de ontdekking en aanvaarding van dit geval.
CDNA-jaarverslag 2022
Het jaarverslag over zeldzame vogels in Nederland in 2022 is onlangs gepubliceerd (Dutch Birding 45: 361-388, 2023) en is hier te lezen.
De CDNA wenst u een gezond en vogelrijk 2024!