Op de zomervergadering van de Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna (CDNA) op 7 september 2012 op Texel, Noord-Holland, zijn de volgende punten besproken en besluiten genomen. Nils van Duivendijk is geïnstalleerd als commissielid, als opvolger van Frank Neijts. Nils is eerder commissielid geweest en gaat nu dus op voor een nieuwe periode. Hij neemt ook de taak van Frank over als CDNA-regiocoördinator voor Noord-Brabant. Marcel Haas is benoemd als extern archivaris (zonder stemrecht) per 1 januari 2013, als opvolger van Max Berlijn. Deze wisseling markeert tevens een verandering in werkwijze, die nu voor het overgrote deel via het nieuwe digitale systeem zal verlopen. De taken van archivaris staan beschreven in het CDNA-handboek; de betreffende tekst zal geactualiseerd worden na implementatie van het nieuwe digitale systeem.
De eerste Kumliens Meeuw Larus glaucoides kumlieni van Nederland (Terschelling, Friesland, 30 januari 2005; Dutch Birding 31: 17-19, 2009) gaat in herroulatie om te beoordelen of dit geval de toets der kritiek nog kan doorstaan nu de kennis over de variatie binnen (donkere exemplaren van) nominaat Kleine Burgemeester L g glaucoides sterk is toegenomen. Besloten is om de aanbevelingen over beoordeling van tweede-kalenderjaar Baltische Mantelmeeuw L fuscus fuscus in het voorjaar (cf Dutch Birding 33: 304-311, 2011) over te nemen. Dit betekent dat niet langer alleen geringde vogels van bewezen geografische herkomst in aanmerking komen voor aanvaarding, maar ook tweede-kalenderjaar vogels in het voorjaar die voldoen aan de in het genoemde artikel beschreven kenmerken, die fotografisch dienen te zijn gedocumenteerd. Omdat alleen gevallen met gedetailleerde documentatie waarop rui en tekening van individuele slagpennen is te zien in aanmerking komen voor aanvaarding, worden oude gevallen (waarbij de documentatie meestal beperkt was) niet herzien, tenzij waarnemers ze opnieuw indienen dan wel om herbeoordeling verzoeken. Met betrekking tot Iberische Tjiftjaffen Phylloscopus ibericus met ‘afwijkende’ zang is besloten dat er geen nieuwe criteria voor beoordeling worden toegevoegd. Gevraagd wordt om gevallen uitgebreid te documenteren, met opnamen van met name roep en lange opnamen van zang (inclusief variatie), en liefst ook foto’s van uiterlijke kenmerken. Er wordt vooralsnog onvoldoende aanleiding gezien voor herroulatie van oude gevallen, al is bekend dat er een geval is dat zonder geluidsopnames is gedocumenteerd en er een aantal gevallen is met mogelijk een te korte geluidsopname. De gevallen van bergfluiter P bonelli/orientalis met (alleen) zangopnames (en geen beschrijving of opname van de roep) zijn geanalyseerd en op basis hiervan konden twee gevallen die voorheen als ‘bergfluiter spec’ waren aanvaard, nu worden gedetermineerd als Bergfluiter P bonelli. De conclusies zijn in de vergadering bekrachtigd. Dit betekent dat de gevallen bij Ede, Gelderland, van 23 tot 27 mei 2004 (#8690) en bij Den Helder, Noord-Holland, op 11 mei 2006 (#8808) nu zijn aanvaard als P bonelli. De analyse van oude gevallen van Roodsterblauwborst Luscinia svecica svecica is vrijwel afgerond en zal worden gevolgd door een advies om bepaalde gevallen wel of niet in herroulatie te brengen.
Er is besloten om de criteria voor de status van beoordeeltaxon niet aan te passen: een taxon wordt beoordeeld wanneer er minder dan 60 gevallen zijn in de laatste 30 jaren (gemiddeld minder dan twee per jaar). Er zijn geen taxa van de beoordeellijst afgevoerd of aan de lijst toegevoegd.
De eerder gemelde herzieningen van Bronskopeend Anas falcata, Roze Pelikaan Pelecanus onocrotalus en Jufferkraanvogel Grus virgo (in verband met status/omgekeerde bewijslast) zijn nog gaande.
Eleonora’s Valk Falco eleonorae (Oostvaardersplassen, Flevoland, 17 september 2011; Dutch Birding 33: 377-381, 2011) is bekrachtigd als nieuwe soort voor Nederland. De Nederlandse lijst staat daarmee (inclusief de reeds eerder bekrachtigde Langstaartklauwier Lanius schach) nu op 503 soorten.